
CHRU Lille
Professor M. Cosson is de bezieler van het probiomesh-project. Professor Cosson is een bekkenchirurg op de afdeling gynaecologie, gespecialiseerd in het onderzoeken en behandelen van bekkenbodem disfuncties.
Ecole Centrale Lille
De missie van Centrale Lille is het opleiden van multidisciplinaire ingenieurs en artsen die vooruitgang stuwen door middel van internationale samenwerking en innovaties. De drie ingenieurs cursussen, de algemene ingenieursopleiding aan École Centrale de Lille, de ingenieurs ondernemerscursus aan ITEEM en de computer en industriële ingenieurs opleiding aan IG2I, zijn uitgegroeid tot de referentie binnen de academische wereld. Centrale Lille biedt vanuit zijn belangrijke positie in hoger onderwijs en onderzoek ook acht master opleidingen aan waarvan drie internationale masters en twee doctoral schools. Daarnaast bevat het ook zes onderzoekslaboratoria, vijf Associate International Laboratories (LIA) in Brazilië, China, India, Japan en Rusland, drie teaching chairs, een research chair.
In dit project is het vooral het LaMCUBE-laboratorium (Multiphysical, Multiscale Mechanics Laboratory, FRE 2016) en in het bijzonder BioTiM (Biomechanics of Soft Tissues) die zal betrokken zijn voor het karakteriseren en modelleren van het bioresorbeerbaar gedrag van de implantaten.
Materia Nova
Materia Nova is een onderzoeksinstituut die zich inzet in het leiden van gespecialiseerde studies voornamelijk voor grote bedrijven, en om de overdracht van technologieën tussen de wereld van fundamenteel onderzoek en de industriële wereld te stimuleren. Een belangrijke doelstelling van Materia Nova is om met dit onderzoek en disseminatie de lokale economie te laten groeien.
Om deze uitdagingen aan te gaan heeft Materia Nova een intern team van internationaal erkende wetenschappelijke experts samengebracht. Daarnaast werkt Materia Nova ook samen met universitaire partners en onderzoeksinstellingen, zowel in België als in het buitenland. Dankzij een open en collaboratieve aanpak beschikt Materia Nova aan een onmiskenbaar potentieel op vlak van wetenschappelijke en strategische middelen. Naast fundamenteel onderzoek focust Materia Nova ook op industriële haalbaarheidstesten voor verschillende klanten.
Centexbel
Centexbel is het wetenschappelijke en technische centrum van de Belgische textielindustrie, opgericht in 1950 om het concurrentievermogen van de textielindustrie in België te waarborgen en te versterken. Ondertussen is Centexbel uitgegroeid tot een expertise centrum met 3 filialen waaronder het hoofdfiliaal in Zwijnaarde bij Gent, het expertisecentrum voor microbiologische testen en textiel verwerking in Grâce-Hollogne en het expertisecentrum voor kunststofverwerking in Kortrijk. Onze geaccrediteerde en goed uitgeruste laboratoria bieden een complete waaier aan textielanalyses en ondersteunen zowel interne als industriële R&D-activiteiten. Daarnaast biedt Centexbel diensten aan zoals training, certificering en patentonderzoek, en worden ook technologieplatforms, pilootlijnen en technologische consultancy beschikbaar gesteld voor onderzoek en de industrie.
Centexbel heeft 170 hooggekwalificeerde mensen die zich inzetten op verschillende gebieden binnen het textiel onderzoek zoals de karakterisering van materialen, vezels en weefsels, textielverwerking (breien, weven, vlechten), onderzoek naar biopolymeren en materialen van biologische oorsprong, oppervlakte functionalisering van verschillende textielsoorten en andere coatings, procesverbetering, de studie van antimicrobiële effecten en medische hulpmiddelen.
Onze expertise reikt over het volledig textiel productie proces van de grondstof tot de uiteindelijke toepassing, waardoor we de textiel- en aanverwante industrie kunnen ondersteunen via O&O-projecten (op regionaal, federaal en internationaal niveau).
In dit project zijn twee Centexbel-eenheden betrokken. Het hoofdfiliaal in Zwijnaarde (Gent) is verantwoordelijk voor de extrusie en karakterisering van nieuwe garens en filamenten. Het filiaal in Grâce-Hollogne is verantwoordelijk voor de textielimplementatie van deze nieuwe garens of filamenten (breien) alsook het karakteriseren van de biocompatibiliteit van het gebreide structuur.

L'Ensait
Het GEMTEX laboratorium van ENSAIT (École Nationale Supérieure des Arts et Industries Textiles) draagt al zo'n twintig jaar bij aan de ontwikkeling van (multi)functionele textielproducten, waarbij gebruik gemaakt wordt van de wetenschappelijke en technologische synergie tussen competenties op het gebied van polymeren en hun transformatie (smeltspinnen en massa- en oppervlakte-functionalisering), alsook van talrijke middelen om textieloppervlakken te vervaardigen door middel van weef-, brei- of nonwovenprocessen. Het spinnen van synthetische polymeren is een buitengewone vorm van kunststofverwerking waarbij de oriëntatie van macromoleculen een essentiële voorwaarde is om de eigenschappen van het garen te optimaliseren. Bovendien is de beheersing van de reologie, als gevolg van de specifieke beperkingen met betrekking tot de noodzaak om het gesmolten materiaal door de uiterst fijne openingen van een spinplaat te sturen, een essentieel onderzoek voor de ontwikkeling van hoogwaardige textielproducten. Via talrijke samenwerkingsprogramma's (nationaal, Europees) heeft het GEMTEX laboratorium van ENSAIT een internationaal erkende competentie verworven op het gebied van smeltspinprocessen van complexe thermoplastische polymeersystemen (polymeermengsels, nanocomposieten). Er werden nieuwe (multi)functionele garens ontwikkeld met een breed scala aan eigenschappen (antibacterieel, elektrische geleiding, brandvertragend, enz.). De bekomen continue multifilamenten kunnen vervolgens worden verwerkt tot textieloppervlakken door middel van weef-, brei- of non-wovenprocessen. Voor specifieke toepassingen kunnen ook alternatieve methoden worden ontwikkeld (3D-weven, interlock, speciaal breien).
Voor het PROBIOMESH-project zal in het bijzonder gebruik worden gemaakt van de capaciteiten van ENSAIT op het gebied van extrusie, spinnen en breien van monofilamenten (polypropyleen) en het breien van bicomponent multifilamenten die door Centexbel worden geleverd. Nabehandelingstechnieken, voornamelijk thermische, zullen worden gebruikt om de gebreide steken voor te bereiden op in vitro en in vivo studies. Tenslotte zal ENSAIT meewerken aan de degradatiecampagnes en de fysisch-chemische karakterisering van de gebreide stoffen tijdens de degradatie.